Dit jaar mag Dols 75 kaarsen uitblazen. Feest dus, al zijn we lang niet de enigen die de champagne van het schap mogen halen. In 1948 zagen ook verschillende designklassiekers het levenslicht. Een blik op vier uitzonderlijke loungechairs op leeftijd die er nog steeds uitzien alsof ze pas gisteren ontworpen zijn.
Fauteuil Kangourou – Jean Prouvé (VITRA)
De Fauteuil Kangourou van Jean Prouvé is grof wild bij verzamelaars. De loungechair ging nooit in serieproductie, waardoor originele exemplaren uiterst zeldzaam en extreem duur zijn. Van de oorspronkelijke collectie uit 1948 zijn er zelfs nog maar enkele in omloop. Gelukkig herintroduceerde Vitra de stoel in de zomer van 2022. Onder het goedkeurend oog van dochter Catherine Prouvé bracht de Zwitserse fabrikant twee keer een beperkte oplage uit van 150 stuks. De eerste limited edition bestaat uit een natuurlijke eikenhouten basis, bekleed met een zacht geweven boucléstof in ‘Bleu Marcoule’. Ook de metalen poten kregen deze typische Prouvé-kleur. Variant twee kwam even later uit en combineert donker eikenhout met de tint ‘Blanc Colombe’. Jammer genoeg waren ook beide nieuwe versies in een mum van tijd uitverkocht, waardoor de Fauteuil Kangourou een unieke zeldzaamheid blijft.
Womb Chair – Eero Saarinen (KNOLL)
‘I want a chair that is like a basket full of pillows… Something I can curl up in.’ Deze opdracht gaf Florence Knoll in 1945 aan ontwerper Eero Saarinen, die een jaar later verraste met een van de meest iconische en comfortabele loungestoelen ooit: de Womb Chair, letterlijk vertaald de ‘baarmoederstoel’, naar de intieme kuipvorm om heerlijk relaxed in weg te zinken. In 1948 bracht Knoll de fauteuil exclusief in productie. De schelp is uit één stuk vervaardigd in plastic en is bekleed met een zachte foam, overtrokken met een stof naar keuze. De poten zijn van buisvormig staal, dat ook in verschillende uitvoeringen leverbaar is. Voor het ultieme zitcomfort kan je de stoel aanvullen met een voetenbankje.
La Chaise – Charles en Ray Eames (VITRA)
What’s in a name. Of beter gezegd, qu’y-a-t-il dans un nom. Want La Chaise is natuurlijk gewoon Frans voor ‘de stoel’. Toch schuilt er achter de naam van deze loungechair veel meer dan een vlotte vertaling. Charles en Ray Eames ontwierpen het meubel ter gelegenheid van een low cost-furniture designwedstrijd in het MoMA in New York. Het elegante ontwerp was geïnspireerd door de glooiende lijnen van ‘Floating Figure’, een beeldhouwwerk van Gaston Lachaise. Een opmerkelijk vloeiend silhouet dus, dat ook de jury niet ontging. La Chaise ging dan wel niet met de hoofdprijs aan de haal, maar kreeg wel een speciale vermelding vanwege zijn uitzonderlijke vormgeving. Vervolgens duurde het meer dan veertig jaar vooraleer de stoel effectief in productie ging bij Vitra. In 1991 produceerde het designmerk de eerste collecties met een zitschaal in glasvezel. Sinds 2001 wordt ze gemaakt van witgelakt polyurethaan. De verchroomde stalen poten zijn bevestigd op een kruisvoet van massief eikenhout.
Shell Chair FH 1936 – Hans J. Wegner (Fritz Hansen)
La Chaise was niet het enige icoon in wording dat publiek gemaakt werd via de designwedstrijd van het MoMA in 1948. Hans Wegner presenteerde er het prototype voor zijn legendarische Shell Chair. Ook zijn ontwerp ging niet met de oppergaai naar huis, maar verkreeg in de decennia erna wel eeuwige roem. Wegner besefte destijds dat voorgevormd multiplex het meubelmateriaal van de toekomst zou worden. Daarom ontwierp hij doorheen de jaren talrijke variaties van de Shell Chair met hout als basis. Dit model, de FH 1936, kenmerkt zich door twee gebogen schalen in beuk, die respectievelijk de rugleuning en een vrijdragende zitting vormen. Ze worden met elkaar verbonden door een massief houten frame. In Wegners eerste schetsen probeerde hij ook armleuningen te integreren, maar uiteindelijk werden die definitief naar de prullenmand verwezen. In 1950 bracht Fritz Hansen de stoel in productie. De collectie werd slechts twee jaar gemaakt, waardoor originele modellen vaak aan woekerprijzen verkocht worden.